Als je op jonge leeftijd je partner hebt verloren is het pionieren: ik ben onervaren in rouw en mijn omgeving ook. De mensen om mij heen hebben nog geen ervaring met praten over verdriet, over rouw, over sterven en de dood. Dat maakt het extra moeilijk, voor mij, voor hen. Vele gesprekken later – met goede intenties en frustraties – worden we samen wijzer.
Het moeilijkste voor mij blijft dat mensen mijn pijn willen verzachten of mijn verdriet willen wegnemen. Het is onvermijdelijk menselijk. Als je van iemand houdt, wil je niet dat diegene verdriet heeft en dus zul je een poging doen om het lichter te maken, te sussen, hoop te geven. Alleen … dat kan niet als je geliefde is gestorven.
Als ik zijn dood heel scherp voel, probeer dan niet zijn sterven te verzachten. Zeg niet 'dat hij er zelf vrede mee had'. Zeg niet 'dat hij toch altijd bij me is'. Zeg niet 'als eerst de seizoenen er maar eens overheen gaan'. Als ik me zo vol pijn voel, probeer die dan niet weg te nemen. Blijf erbij. Probeer naast mijn gebrokenheid te gaan staan. Zonder het erger te maken. Zonder het minder te maken. Probeer me niet zo snel mogelijk weg te manoeuvreren, weg uit die put. Blijf bij mij, juist daar – even – op dat diepste punt. Erken dat het daar zwart is en dat daar geen oplossing of verlossing voor is. Erken de realiteit zoals ik haar op dat moment ervaar. Hij is er niet meer en niets zal dat nog veranderen.
Als je dat kunt, dan ben je mijn held. Zo laat je me zien dat mijn verdriet niet eng is, niet ondraaglijk is voor jou. En beter nog: als jij daar durft te staan, geef je mij het vertrouwen dat ik daar ook kan en mag verblijven. Probeer het niet te verzachten als ik – terwijl de maanden wegtikken – soms huil omdat hij me ontglipt. De scherpte van mijn herinneringen, zijn stem, mijn beeld van hem, hoe hij steeds meer uit mijn dag verdwijnt. Zeg dan niet: 'Maar de verbinding zal toch altijd blijven?' Veel liever heb ik dat je erkent dat ook dit loslaten vreselijk is. Grijp niet in je machteloosheid naar lichtpuntjes, die van 'maar veel dingen vergeet je nooit' of 'maar jullie liefde blijft toch altijd in je hart'. Ik weet het. Ik weet het. Je hebt gelijk. Maar op dit moment voel ik dat even niet. Durf ook bij die pijn van loslaten te blijven, want dat is de taak die voor mij ligt.
Als ik mij verdrietig voel en rouw, hoop dan niet voor me dat het zo snel mogelijk overgaat. Hoop dan niet dat de oude ik zich snel weer laat zien. Want als buitenstaander lijkt het misschien zo, maar ik kan verdriet niet meer zien als alleen maar zwaar. Er voelt ook lichtheid in, en het verdriet is – net als de mooie momenten – zo verbonden met mijn lief. Geef me juist ruimte om lang en goed te rouwen. Schuilt daarin niet het geheim? Toen ik lang genoeg in de diepte stond, lag er ook zoveel liefs op de bodem.
In mijn rouw vraag ik van mijn vrienden en familie iets wat diep indruist tegen hun eerste menselijke reactie: pijn willen wegnemen. Pas nu ik zelf zo vaak tot aan mijn knieën in het verdriet heb gestaan, voel ik goed hoe je niets geholpen bent met goedbedoelde verzachtende woorden, lieve adviezen en die zo graag gegeven optimistische eindzin. Sterker nog; het maakt me bij vlagen woedend of radeloos. Het is ongelofelijk, besef ik nu, hoeveel mensen gewoon even gehoord willen worden, hoe vaak ik daar zelf overheen heb gepraat, en dat nog steeds per ongeluk doe.
Pas nu leer ik dat het enige is wat je kunt doen: even stilstaan in de ander. Luisteren. In de ander zijn schoenen gaan staan en meevoelen. Zijn emoties erkennen en bevestigen. Stilte. Punt. Je bent mijn held als niet alleen mijn verdriet er volop mag zijn, maar als jij het verdriet ook in jezelf durft mee te voelen. Dat geeft me opluchting, het begrip.
En weet je – gek genoeg – wanneer die spanning wegvalt, omdat ik niet meer zo hoef op te boksen tegen me eenzaam en onbegrepen voelen, dan komen er als vanzelf wel weer lichtpuntjes aan mijn horizon, heb ik gemerkt.
Een vriendin zei: ‘Ik vind het zo verschrikkelijk dat ik je niet kan troosten.’ Dat is misschien wel het mooiste wat je tegen mij kunt zeggen. Ze heeft gelijk en ongelijk: er is inderdaad geen troost in de betekenis van verdriet minder maken. Maar voor mij is er geen mooiere troost dan bij me blijven als ik rouw. Zachtjes wachten en luisteren tot het verdriet weer overtrekt. Dat vraagt ontzettend veel vertrouwen en druist tegen alles in wat je als vriendin zou willen. Maar als jij me helpt geloven dat ik mijn rouw kan dragen en dat mijn lichtpuntjes vanzelf verschijnen, dan komen we er zeker wel.